Diefstal

Dringende reden

Wanneer is er, onder andere, sprake van een dringende reden (artikel 7:678 BW)?

• het niet voldoen aan een redelijk bevel of opdracht door of namens de werkgever verstrekt;
• door opzet of roekeloosheid niet meer in staat zijn de bedongen arbeid te verrichten;
• misleiden van de werkgever tijdens de sollicitatieprocedure;
• diefstal, verduistering, bedrog en andere misdrijven;
• dronkenschap;
• mishandeling, grovelijk beledigen of bedreigen van de werkgever of diens familieleden of andere medewerkers;
• het opzettelijk of ondanks waarschuwing roekeloos beschadigen van eigendommen van de werkgever of zichzelf of anderen in gevaar brengen;
• het niet verrichten van de werkzaamheden door afwezigheid;
• verrichten van nevenwerkzaamheden (bij concurrerende onderneming);
• het bekend maken van bedrijfsgeheimen.

Is er bij diefstal altijd sprake van een dringende reden?

Nee, niet bij iedere diefstal is er sprake van een dringende reden. Denk aan het stelen van een product met een zeer geringe waarde of een product dat wordt weggegooid. In de rechtspraak lijkt sprake te zijn van twee benaderingen. De strenge benadering: diefstal is diefstal. Doorslaggevend is dan dat de werknemer niet te vertrouwen is, ook al betreft het iets van lage waarde. Daartegenover staat de minder strenge benadering, waarin veel waarde toekomt aan de persoonlijke gevolgen voor de werknemer van het ontslag op staande voet. Zijn de gevolgen van het ontslag te groot, dan zal de rechter de dringende reden niet aannemen.

Onverwijld

Op het moment dat de werkgever weet dat er sprake is van een dringende reden dient hij de werknemer meteen op staande voet te ontslaan. Indien de werkgever niet zeker is of er sprake is van een dringende reden en daarvoor nog met een advocaat wil overleggen of verder onderzoek wil doen, is het raadzaam dat de werkgever de werknemer per direct op non-actief stelt. Op het moment dat het onderzoek heeft uitgewezen dat er sprake is van een dringende reden dient de werkgever de werknemer meteen op staande voet te ontslaan en de reden mede te delen. Verder zal de werkgever dit ontslag vervolgens per brief dienen te bevestigen.

Uitspraak hoge raad

Artikel 310 SR bepaalt over diefstal: Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen. Als een werkgever de term diefstal gebruikte in een ontslagbrief, diende hij te voldoen aan de strafrechtelijke bepaling van diefstal Op 19 februari 2016 heeft de rechter echter bepaald dat als een werkgever het woord diefstal gebruikt, hij niet hoeft te voldoen aan de strafrechtelijke elementen. Ondanks deze uitspraak blijven er nog steeds risico’s voor een werkgever om de term diefstal in de ontslagbrief aan te geven.