De Nederlandse wetgeving bepaalt dat in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid de werkgever een werknemer die in dienst is minimaal 2 jaar lang 70% van het loon moet doorbetalen, mits dat loon niet hoger is dan het zogenaamde dagloon in het kader van de sociale zekerheidswetgeving. De werkgever mag in ieder geval tijdens het eerste jaar van ziekte of arbeidsongeschiktheid niet minder dan het minimumloon doorbetalen. In een CAO kan ten gunste van de werknemer afgeweken worden van de regeling. De CAO kan bijvoorbeeld bepalen dat er tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid 100% van het loon wordt doorbetaald.
Het kan gebeuren dat een werknemer zich ziek meldt maar u als werkgever van oordeel bent dat de werknemer niet daadwerkelijk ziek is. U doet er als werkgever niet verstandig aan om de ziekmelding van de werknemer te weigeren. Dit is namelijk niet toegestaan. Op het moment dat een werknemer zich ziek meldt, dient u deze ziekmelding te accepteren en de arbodienst in te schakelen. De arts van de arbodienst zal nagaan wat er aan de hand is, waarbij vervolgens de werknemer verplicht is om de arbodienst inlichtingen te geven over alles wat met een eventuele loondoorbetaling te maken heeft. De arbodienst moet vervolgens bepalen of de werknemer daadwerkelijk ziek is.
U kunt niet van de werknemer of de arbodienst eisen dat aan u de aard van de ziekte kenbaar wordt gemaakt. U bent niet verplicht het oordeel van de bedrijfsarts te volgen. Het is dan wel verstandig om een zogenaamd deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV.
Werkgever
Zowel werkgever als werknemer hebben bij ziekte een aantal verplichtingen tegenover elkaar, welke zijn opgenomen in de Wet Verbetering Poortwachter (WVP). Deze wet is inmiddels opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. U dient de ziekmelding van de werknemer uiterlijk op de 4e verzuimdag bij de arbodienst te melden. U dient verder bij langdurig ziekteverzuim een ziekteregistratie bij te houden. Daarnaast moet u een Plan van Aanpak opstellen bij langdurig ziekte, waarbij u moet aangeven welke passende arbeid, indien beschikbaar, aan de werknemer kan worden aangeboden.
De werknemer op zijn beurt is verplicht om aan te geven tot welke arbeid hij nog in staat is. Dit gaat in overleg met de Arboarts die vervolgens aan de werkgever vertelt voor welke activiteiten en werkzaamheden de werknemer nog beschikbaar is. De WVP verplicht werkgever en werknemer om na zes weken van ziekte samen een plan van aanpak op te stellen waarbij gekeken wordt wat het probleem is en op welke wijze de werknemer kan worden teruggeleid naar de werkgever.
Indien u als werkgever onvoldoende moeite doet om de zieke werknemer weer in het arbeidsproces te laten deelnemen, kan het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen) de totale loondoorbetalingsverplichting met één jaar verlengen. In plaats van 2 jaar bedraagt de loondoorbetalingsverplichting dan drie jaar. Indien de werknemer weigert passende arbeid te accepteren of niet meewerkt aan re-integratie, loopt de werknemer het risico om zijn recht op loon te verliezen of te worden ontslagen.
Indien partijen verschillen van mening over het bestaan van een ziekte, dan hebben beide partijen de mogelijkheid een second-opinion aan te vragen. Dit kan door een zogenaamd deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV. Stel dat de werknemer van oordeel is dat hij ten onrechte arbeidsgeschikt wordt geacht, dan kan hij het UWV verzoeken om een deskundigenoordeel uit te brengen. Het UWV kan ook in andere situaties een deskundigenoordeel uitbrengen, bijvoorbeeld wanneer werkgever en werknemer geen overeenstemming kunnen bereiken over het verrichten van passende arbeid.
Als de werknemer zich op het standpunt stelt dat hij arbeidsongeschikt is doch de Arboarts van oordeel is dat hij arbeidsgeschikt is, kan u de loondoorbetaling stopzetten. Wanneer uit het deskundigenoordeel van het UWV vervolgens blijkt dat de werknemer inderdaad arbeidsongeschikt is, dient u de loondoorbetaling meestal met terugwerkende kracht te hervatten. Wanneer uit het deskundigenoordeel blijkt dat de werknemer wel arbeidsgeschikt is, dan is de werkgever in beginsel geen loon verschuldigd gedurende de periode dat de werknemer weigert zijn werkzaamheden te hervatten.
Wanneer de werknemer niet herstelt en de ziekte of arbeidsongeschiktheid twee jaar heeft geduurd, kan u het UWV verzoeken om een ontslagvergunning af te geven. Het is raadzaam om u in dit geval te laten informeren over uw rechten en plichten door een advocaat.
Mogelijk heeft u een vraag of wenst u een kosteloos adviesgesprek, neem dan gerust contact met ons op.