Relatiebeding: een vorm van een concurrentiebeding(?)

Non-concurrentiebeding

Uit een uitspraak van de Kantonrechter Leeuwarden blijkt dat er omstandigheden denkbaar zijn waarbij een relatiebeding niet wordt aangemerkt als een concurrentiebeding. Onder de titel ‘non-concurrentiebeding’ waren een concurrentiebeding, een relatiebeding en een zogenaamd anti-ronselbeding opgenomen. Bij beëindiging van het dienstverband wordt op initiatief van werknemer overeengekomen dat de werknemer ontheven wordt van “het concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst”.

Standpunten partijen

Wanneer blijkt dat de werknemer zakelijke relaties en werknemers van de werkgever heeft benaderd om over te stappen naar zijn nieuwe werkgever, start de werkgever een procedure en stelt dat hij het relatiebeding zou overtreden. De werkgever stelt dat werknemer weliswaar is ontslagen uit het non-concurrentiebeding, maar niet uit het verbod om zakelijke contacten van de werkgever te bewegen de band met de werkgever te verbreken (het relatiebeding), noch uit het verbod om werknemers van werkgever te bewegen het dienstverband met werkgever te beëindigen (het ronselbeding). De werkgever voert aan enkel besloten te hebben werknemer uit het concurrentiebeding te ontslaan teneinde hem kansen te bieden op de arbeidsmarkt.

De werknemer stelt dat hij is ontslagen uit het concurrentiebeding zoals opgenomen in artikel 12 en dus uit alle daarin opgenomen bedingen. De werkgever zou niet duidelijk hebben aangegeven dat zij louter akkoord ging met de ontheffing van het concurrentiebeding.

Uitspraak rechter

De kantonrechter volgt werknemer hierin niet en overweegt als volgt. De aard en strekking van het non-concurrentiebeding is een andere dan de aard en strekking van het relatiebeding en het ronselbeding. Naar het oordeel van de kantonrechter is – zoals de werkgever terecht heeft opgemerkt – de strekking van ontheffing uit het concurrentiebeding dat de werknemer een nieuwe baan kan vinden, terwijl het relatiebeding die strekking niet heeft. Met name een non-concurrentiebeding kan een werknemer blokkeren in het vinden van een nieuwe werkkring. Dat alle drie de bedingen zijn opgenomen in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst en dat voornoemd artikel als kop vermeldt ‘non-concurrentiebeding’, maakt naar het oordeel van de kantonrechter niet dat werknemer, zonder nadere bevestiging van de werkgever, erop mocht vertrouwen dat hij ook uit de beide andere bedingen ontheven was. Dat werknemer zou worden ontheven van “het concurrentiebeding zoals opgenomen in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst”, is immers niet hetzelfde als de afspraak dat artikel 12 in het geheel niet meer van toepassing zou zijn. Zowel de letterlijke tekst van de afspraak als de bedoeling daarachter, wijzen er volgens de kantonrechter aldus op dat alleen ontheffing uit het concurrentiebeding heeft plaatsgevonden.