Op 1 januari 2013 is de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in werking getreden. Naar deze wet wordt veel verwezen onder de term ‘modernisering van de Ziektewet’. Deze wet kan voor u als werkgever de nodige consequenties hebben. Hierbij willen wij u kort informeren over de impact van deze wet.
In de afgelopen decennia heeft de overheid veel aandacht besteed aan het verlagen van ziekteverzuim en de instroom in arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd door de invoering van de Wet verbetering poortwachter en de wet verlenging loondoorbetalingverplichting bij ziekte. In de praktijk betekent dit met name dat er steeds meer inspanningen van u als ondernemer gevraagd worden bij het terugdringen van ziekteverzuim. Ook de modernisering van de Ziektewet valt in deze laatste categorie. Door middel van premie heffing wordt getracht om werkgevers te prikkelen om minder ‘flexibele’ werknemers te laten instromen in de Ziektewet.
Als u als werkgever een tijdelijke kracht in dienst heeft, kan deze gedurende het dienstverband uitvallen wegens ziekte. Op het moment dat de werknemer ziek wordt heeft deze in beginsel recht op 104 weken loondoorbetaling wegens ziekte. Bij tijdelijke dienstverbanden gebeurt het dan regelmatig dat de werknemer van rechtswege uit dienst treedt tijdens ziekte. In dat geval heeft de werknemer dan in beginsel recht op een ZW-uitkering voor de nog resterende periode van de 104 weken periode. De modernisering van de Ziektewet bepaalt dat u als werkgever via een premie moet bijdragen aan de ZW-uitkeringen voor flex-werkers (dit zijn: uitzendkrachten, tijdelijke krachten).
Voor kleine werkgevers (werkgevers met een loonsom kleiner dan € 302.000,00 in 2012) worden de premies per sector vastgesteld. Voor middelgrote werkgevers (werkgevers met een loonsom groter dan € 302.000,00 en kleiner dan € 3.020.000,00 in 2012) worden de premies deel per sector en deels individueel vastgesteld. Voor grote werkgever (werkgevers met een loonsom groter dan € 3.020.000,00 in 2012) worden de premies individueel vastgesteld. Met name de middelgrote en de grotere ondernemers kunnen dus zelf de nodige invloed uit oefenen op de hoogte van hun premie door zich actief op te stellen tijdens het re-integratietraject. Hierover kunt u meer lezen op de website van de Belastingdienst en op de website van het UWV.
Een belangrijke wijziging is dat het zogenaamde ZW-criterium wordt verruimd voor (verzekerden) werknemers zonder werkgever die 52 weken ziek zijn geweest. Dit betekent dat na het eerste jaar wordt beoordeeld of de zieke ex-werknemer in staat is om meer dan 65 % van zijn maatmaninkomen te verdienen met het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid. Met algemeen geaccepteerd werk wordt bedoeld dat er niet meer gekeken wordt naar iemands opleiding of ervaring maar dat al het maatschappelijk geaccepteerd werk passend geacht wordt. Dit betekent dat de teamleider binnen de fabriek, mogelijk werkzaamheden als monteur of productiemedewerker zou moeten gaan verrichten, de receptioniste schoonmaakwerkzaamheden zou moeten gaan doen of de vrachtwagenchauffeur magazijnwerkzaamheden. Als een werknemer in staat is om 65 % van zijn maatmaninkomen te verdienen, heeft de werknemer niet langer recht op een ZW-uitkering.
U mag er als werkgever vanaf dit moment voor kiezen of eigenrisicodrager wenst te worden voor de ZW-flex. Diverse verzekeringsmaatschappijen en banken bieden in plaats van de publieke premies verzekeringen aan. Het kan zo zijn dat in uw geval het eigenrisicodragerschap eventueel gecombineerd met een private verzekering voordeliger is dan de publieke premie van het UWV. Dit is van bedrijf tot bedrijf verschillend maar het zou voor u interessant kunnen zijn om offertes op te vragen bij diverse verzekeringsmaatschappijen zodat u een weloverwogen keuze kunt maken.