Als u aangifte loonheffing doet met aangifte- of administratiesoftware en deze ondertekent met een pincode, dient u voor 1 juli a.s. een BAPI-certificaat van KPN of een alternatief aan te schaffen om aangifte loonheffingen te kunnen blijven doen.
Bron: Belastingdienst
Per 1 juni 2013 gaat het nieuwe dagloonbesluit van kracht. Aangezien de eigen risicodragers weinig tijd hebben om zich voor te bereiden op de nieuwe regels omtrent de berekening van het dagloon, heeft het UWV bekend gemaakt dat zij tussen 1 juni en 1 september 2013 het dagloon gratis berekenen voor eigen risicodragers van de ziektewet.
Bron: UWV
Als u als werkgever overweegt om iemand met een WAO, WIA, WAZ, Wajong, Ziektewet of WW-uitkering in dienst te nemen, kunt u gebruik maken van een zogenaamde proefplaatsing. Het UWV heeft een regeling in het leven geroepen speciaal voor werkgevers die overwegen om iemand aan te nemen die moeilijk aan het werk komt. Als u denkt dat 2 maanden te kort is, kunt u dit op het aanvraagformulier aangeven. Het UWV kan de proefplaatsing dan verlengen tot een maximale termijn van 6 maanden. Als u twijfelt of iemand daadwerkelijk geschikt is voor de functie, kan u na toestemming van het UWV deze werknemer 2 maanden op basis van een zogenaamde proefplaatsing bij u laten werken met behoud van zijn uitkering. U hoeft dan geen loon te betalen.
Bron: UWV, klik hier voor het hele artikel.
Uit diverse bronnen is de laatste tijd naar voren gekomen dat werkgevers nogal eens geld laten liggen. Dit gebeurt vaak omdat werkgevers onvoldoende op de hoogte zijn van subsidieregelingen en andere regelingen. Hierboven is reeds de proefplaatsing besproken. Een ander veel voorkomende regeling waar weinig gebruik van gemaakt wordt is de no-risk polis voor arbeidsgehandicapten. Als u een werknemer aanneemt die een WIA, WAO, WAZ of Wajong-uitkering ontvangt, iemand in dienst neemt die een WSW-indicatie heeft, iemand doe ooit een Wajong-uitkering kreeg of iemand in dienst heeft genomen die een verklaring heeft gekregen van de gemeente of het UWV dat hij een arbeidshandicap heeft, heeft uw werknemer een no-risk polis. Een no-risk polis hoeft u niet aan te vragen. Deze gaat namelijk automatisch van start bij de eerste werkdag van de werknemer en geldt 5 jaar. Als de werknemer ziek wordt binnen deze 5 jaar kunt u als werkgever een ziektewetuitkering aanvragen voor de werknemer, u betaalt vervolgens het loon door aan de werknemer en u kunt de ziektewetuitkering vervolgens verrekenen met het loon dat u uitbetaalt aan de werknemer. Hiermee zijn uw financiële risico’s voor het geval u een werknemer aanneemt met een arbeidshandicap beperkt. In bijzondere gevallen kunt u de periode van 5 jaar nog eens met 5 jaar laten verlengen.
Bron: UWV, klik hier voor meer informatie.
Werknemer A was sinds 1 januari 2010 werkzaam bij Totaal Advies Nederland B.V. (TAN) De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is per 1 januari 2011 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Werknemer A was werkzaam in de functie van telemarketeer en adviseur tegen een salaris van € 1.700,00 bruto per maand. In de arbeidsovereenkomst was een studiekostenbeding opgenomen, waarin aangegeven stond dat de werknemer gehouden was op het verzoek van de werkgever ook buiten werktijd her- en bijscholingscursussen te volgen waarvan de kosten voor rekening van de werkgever kwamen. Tevens was opgenomen dat wanneer de werknemer uit zichzelf zou besluiten om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, de totale kosten voor de cursussen voor rekening van de werknemer zouden komen. In deze kwestie lag de situatie zo dat in maart 2012 de vergunning voor TAN door de autoriteit Financiële Markten was ingetrokken. Hierdoor was het werk sterk teruggelopen. Ten tijde van de zitting lag het bedrijf zelfs stil. Gezien de situatie welke TAN ook voorzag heeft TAN in april 2012 weknemer A aangezegd tot ontslag over te zullen gaan. Bij brief van 1 juni heeft werknemer A aan TAN geschreven dat hij verzocht om hem ontslag te verlenen per 1 juni, zijnde de datum die in onderling overleg was overeengekomen. TAN heeft op 24 juli 2012 gereageerd op dit verzoek en aangegeven dat zij alle kosten welke betrekking hadden op de cursussen welke werknemer gevolgd had, zouden worden afgetrokken van het nog te betalen salaris. Werknemer A heeft vervolgens een procedure aanhangig gemaakt. De kantonrechter heeft overwogen dat gezien de omstandigheden, met name bestaande uit het feit dat de vergunning van het AFM was ingetrokken en de werkzaamheden van het bedrijf ten tijde van de zitting stillagen, het beroep van TAN op de studiekostenbeding in deze zaak in strijd was met het goed werkgeverschap.
Rechtbank Noord-Nederland, sector kanton, 25 april 2013, LJN CA0894. Klik hier voor de volledige uitspraak.
Op 2 januari 2001 is meneer A als assistent-schoonmaker in dienst getreden bij KSB. Op 21 januari 2011 is de schoonmaker gevallen toen hij met een schrobmachine over een vloer lopend die vloer, die vlak daarvoor door een collega was ingesopt, reinigde. Vervolgens is de schoonmaker uitgegleden toen hij aan het werk was op de vlakke, gladde vloer. De schoonmaker heeft bij de val letstel aan zijn rechterpols opgelopen. Omstreeks september 2005 heeft de schoonmaker plotseling ernstige pijnklachten aan zijn rechterpols gekregen. De schoonmaker heeft zich ziek gemeld en is sindsdien arbeidsongeschikt gebleven. Op het moment van de uitspraak kreeg hij een WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. De schoonmaker heeft KSB aansprakelijk gesteld voor zijn schade. Na een bewijsopdracht heeft de schoonmaker aangetoond dat de door hem gevorderde schade het gevolg is van de val welke heeft plaatsgevonden tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden. Vervolgens diende onderzocht te worden of KSB de zorgplicht had geschonden. In dit geval is duidelijk geworden dat de schoonmaker nooit geen enkele instructie ten aanzien van het bedienen en werken met een machine van KSB had gehad. Tevens is niet betwist dat KSB geen antislipschoenen aan de schoonmaker ter beschikking had gesteld. Dit had naar het oordeel van het Hof wel van KSB verwacht mogen worden. De conclusie van het Hof is daarom dat de gladheid van de vloer in combinatie met het niet aanbieden van antislipschoenen en het gebrek aan instructies in relevante mate hebben bijgedragen aan de toedracht van het ongeval. Het Hof komt daarom tot de conclusie van KSB haar zorgplicht niet is nagekomen. De vorderingen tot schadevergoeding van de schoonmaker zijn derhalve toegewezen door het hof.
Gerechtshof Amsterdam, 23 april 2013, CA1746. Klik hier voor de volledige uitspraak.