Is een pensioenbeding in de arbeidsovereenkomst overbodig geworden?
In arbeidsovereenkomsten is vaak een bepaling opgenomen dat de arbeidsovereenkomst automatisch eindigt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Dit wordt ook wel het pensioenbeding genoemd. In de praktijk blijkt dat veel medewerkers die de AOW-gerechtige leeftijd hebben bereikt, blijven doorwerken. Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) en de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is er echter veel veranderd voor de positie van de oudere werknemer, waardoor dit niet meer geheel zonder risico’s is voor een werkgever.
Wat is de pensioengerechtigde leeftijd?
In beginsel is de leeftijd die in een overeengekomen pensioenbeding of cao wordt genoemd, leidend. Uit de rechtspraak blijkt dat “de AOW-gerechtigde leeftijd” moet worden gelezen als in het pensioenbeding staat dat wordt aangesloten bij de pensioengerechtigde leeftijd. Ook als partijen geen leeftijd hebben afgesproken, geldt de AOW-gerechtigde leeftijd als de leeftijd waarop de arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd. Dit is anders wanneer partijen een hogere leeftijd overeenkomen in een pensioenbeding dan de AOW-gerechtigde leeftijd. In dat geval mogen zij niet tegen een eerdere dan die overeengekomen leeftijd opzeggen. Bij een lagere leeftijd dan de AOW-gerechtigde leeftijd, is er sprake van een rechtstreeks onderscheid op grond van leeftijd. Wil de werkgever dan toch een beroep kunnen doen op het pensioenbeding, dan moet hij daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond hebben.
Opzeggen zonder toestemming of ontbinding
In de WWZ is opgenomen dat werkgevers de arbeidsovereenkomst, zonder instemming van de werknemer, zonder toestemming van het UWV of ontbinding door de kantonrechter kunnen opzeggen wegens het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd vanaf de dag dat een werknemer deze leeftijd bereikt. Van deze mogelijkheid kan slechts één keer gebruik worden gemaakt. Voorwaarde is wel dat de arbeidsovereenkomst moet zijn aangegaan vóór het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Als een medewerker blijft doorwerken nadat hij de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, terwijl in de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat deze zal eindigen bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, dan eindigt de arbeidsovereenkomst en begint stilzwijgend een nieuwe arbeidsovereenkomst. De nieuwe arbeidsovereenkomst kan niet meer door de werkgever worden opgezegd wegens het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, aangezien deze niet is aangegaan vóór het bereiken van deze leeftijd. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst zal moeten worden opgezegd met instemming van de medewerker of met toestemming van het UWV of de kantonrechter. Om die toestemming te krijgen is een redelijke grond nodig, die niet gelegen mag zijn in de leeftijd of het pensioen van de medewerker. Ook gelden dan de normale opzegverboden. Indien er geen pensioenbeding in de arbeidsovereenkomst wordt opgenomen, kan deze ook als de medewerker doorwerkt na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd eenvoudig worden opgezegd.
Onder het nieuwe recht kunt u nog altijd een pensioenbeding opnemen in uw arbeidsovereenkomst, maar wellicht is het op grond van het bovenstaande aan te raden dit niet meer te doen. Daar het pensioenontslag nu in de wet geregeld is, is het pensioenbeding overbodig geworden.
Wilt u meer weten of een advies op maat? Neem contact met ons op.