Per 1 juli 2013 wordt het wettelijk minimum loon als volgt verhoogd:
- € 1.477,80 per maand
- € 341,05 per week
- € 68,21 per dag
Bron:Â www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon
Het Kabinet is op 11 april 2013 met sociale partners tot een omvangrijk pakket maatregelen voor de toekomst van de arbeidsmarkt gekomen. Hierna volgen de belangrijkste zes onderdelen.
Â
Zie voor de tekst van het volledig Sociaal Akkoord:
http://www.stvda.nl/~/media/Files/Stvda/Convenanten_Verklaringen/2010_2019/2013/20130411-sociaal-akkoord.ashx
Met ingang van 2013 zijn de SRE Investeringsregeling (SIR) en de SRE Adviesregeling (SAR) van kracht. De SIR heeft de vorm van een renteloze lening, de SAR is een subsidieregeling. Het budget voor de SAR is op dit moment uitgeput, voor de SIR is nog budget beschikbaar. Bij de SIR verleent het SRE een renteloze lening voor inrichting of de aanschaf van nieuwe apparatuur, om nieuwe producten aan te bieden, om markten te verbreden of om een nieuwe markt aan te boren. Voor meer informatie verwijs ik u naar de website van de SRE: www.sre.nl
UWV stimuleert werkgevers om oudere werknemers, langdurige werkloze werknemers of werknemers met een beperking in dienst te nemen. Het UWV kent hiervoor verschillende regelingen. Klik hier voor een brochure van UWV waarin deze regelingen staan opgesomd. Wilt u voor bepaalde werknemers weten voor welke regeling hij in aanmerking komt, kijk dan op de www.subsidiecalculator.nl.
Deskundigenoordeel UWV prevaleert niet boven oordeel bedrijfsarts
Kantonrechter Bergen op Zoom 23 januari 2013
De bedrijfsarts heeft geoordeeld dat werknemer vanaf 14 september 2012 in staat is om zijn werkzaamheden bij De Rooy Distributie B.V. (geleidelijk) te hervatten.
Ondanks een loonsanctie, een ontslag op staande voet en nieuwe afspraken tussen werkgever en werknemer, meldt werknemer zich niet op de werkvloer. Op 12 november 2012 heeft werkgever werknemer daarom wederom op staande voet ontslagen. Werknemer stelt dat ten onrechte ontslag op staande voet is verleend en vordert doorbetaling van loon. Werknemer beroept zich op een deskundigoordeel van UWV d.d. 19 november 2012, waarin de verzekeringsarts van UWV heeft geoordeeld dat hij op 1 oktober 2012 niet geschikt was voor het eigen werk.
De werkgever uit in de procedure kritiek op het deskundigenoordeel van UWV en verwijst naar het oordeel van zijn bedrijfsarts. De kantonrechter is met werkgever van mening dat aan een deskundigenoordeel niet zonder meer doorslaggevende betekenis toekomt. Wil een deskundigenoordeel opzij gelegd kunnen worden, zijn er echter wel bijkomende omstandigheden nodig. Dergelijke omstandigheden doen zich hier voor: de verzekeringsarts heeft zijn oordeel gevormd zonder werknemer gezien te hebben en het deskundigenoordeel is pas tot stand gekomen geruime tijd na 1 oktober 2012. Ook het feit dat de werknemer bijna 2 maanden heeft gewacht met de aanvraag van het deskundigenoordeel speelt een rol in de overwegingen van de kantonrechter. Deze omstandigheden maken dat meer betekenis toekomt aan het oordeel van de bedrijfsarts dan aan dat van UWV. Gelet op het oordeel van de bedrijfsarts is er geen sprake van arbeidsongeschiktheid waardoor werknemer zijn werkzaamheden niet heeft kunnen verrichten. De kantonrechter wijst de loonvordering van werknemer af.
Heineken Nederlands Beheer B.V. heeft een leaseautoregeling. Een voorwaarde om een leaseauto te mogen rijden, is volgens de regeling dat de werknemer tenminste 15.000 zakelijke kilometers per jaar maakt.
Uit de evaluatie van de regeling is gebleken dat een aantal werknemers niet aan deze voorwaarde voldoet. Werkgever heeft deze werknemers bericht dat zij (op termijn) de leaseauto zullen moeten inleveren. Werknemers hebben een verklaring voor recht gevorderd, dat zij recht hebben op gebruik van een leaseauto, ongeacht het aantal kilometers dat zij per jaar rijden. Zij menen namelijk dat de leaseauto een onvoorwaardelijke arbeidsvoorwaarde is, omdat in het arbeidsvoorwaardengesprek bij indiensttreding niet gesproken is over eventuele voorwaarden voor toekenning. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen.
Het Hof oordeelt in het door werkgever ingestelde hoger beroep, dat de leaseauto’s zijn toegekend ten tijde van het tot stand komen van de arbeidsovereenkomst. In de aanstellingsbrieven is opgenomen dat werknemers in aanmerking komen voor een leaseauto. Een uitdrukkelijke verwijzing naar het minimaal te rijden zakelijke kilometers ontbreekt in de aanstellingbrieven. Daarmee is toekenning van de leaseauto een individuele arbeidsvoorwaarde geworden die losstaat van een voorwaarden zoals in de leaseautoregeling vermeld. Een wijziging van de voorwaarden voor toekenning in de leaseautoregeling is dan ook niet van toep